Blogopmaak

Blog

Interview over Levend Verlies

Sandra Bonte • 6 januari 2025

’Toch popt het verlies soms ineens weer op’

In de Gooi- en Eemlander van 9 december 2024 staat een interview van Ilona Bos met Sandra Bonte.

Hieronder de tekst.


Iemand leeft nog, maar toch ben je al aan het rouwen. Misschien wel zonder dat je het doorhebt. Sandra Bonte maakt het meerdere keren mee, met haar langgekoesterde wens om moeder te worden en haar beide ouders. Nu wil ze het thema breed onder de aandacht brengen.


Als jonge vrouw ziet de Hilversumse Sandra Bonte (65) haar toekomst al helemaal voor zich: een groot huis met veel kinderen. Ja, dat zou ze graag willen. Op haar 25ste raakt ze zwanger, maar na ruim zes maanden gaat het mis. Hun zoontje overleeft de bevalling niet. In de jaren daarna wordt haar wens, tot groot verdriet, niet vervuld. Bonte blijft achter zonder een levend kind, ze is ongewild kinderloos. Het verlies is inmiddels verweven in haar leven. Ze heeft twee stiefkinderen en mag zich oma noemen van een ’prachtig ventje’. Ieder jaar op 23 maart, de dag dat ze haar kindje verloor, brandt ze een kaarsje. Toch popt het soms ineens op. Zoals laatst toen ze langs de kindergraven op een begraafplaats liep. Zo’n plekje heeft Bonte nooit kunnen geven. Na de bevalling neemt de arts haar kind mee en ziet ze hem niet meer terug. Dat ging volgens haar zo in de jaren 80, er was geen aandacht voor zwangere vrouwen, waarbij het misging. 


Chronische rouw

Ongewild kinderloos is een vorm van levend verlies, zo weet Bonte nu na tientallen jaren, het draagt een naam. Chronische rouw, een verdriet om een verlies dat nooit eindigt, kan zich op verschillende fronten voordoen. Denk aan de naasten van iemand die kampt met niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Of een ouder die een kind heeft met een chronische ziekte of beperking. Bonte wil het onderwerp nu uit de ’eenzaamheid’ trekken en er bekendheid aan geven. Dat begint tijdens haar laatste werkende jaren bij Careander, waar ze teammanager is. De zorgorganisatie ondersteunt mensen met een verstandelijke beperking. „We vroegen ouders vaak naar hoe het met de zorg voor hun kind ging”, vertelt Bonte in haar woonkamer, waar ook vandaag een kaars brandt. „Maar eigenlijk niet: hoe is het proces tot nu toe gegaan? Hoe is het om je kind in een instelling te laten wonen? Daar stonden we als zorgmedewerkers bijna niet bij stil.” „Zo kwam een moeder iedere dag langs om het bed van haar zoon op te maken”, geeft Bonte als voorbeeld. „We vroegen haar waarom ze dat deed en zij antwoordde: wie gaat dit doen als ik niet meer leef? Wie zorgt dan goed voor hem? Wie geeft hem een deken als hij het ’s nachts koud heeft? Ze voelde angst. En daar kom je alleen achter als je een ouder vraagt: hoe is dit voor jou? De vrouw heeft uiteindelijk voor ons opgeschreven wat ze voor haar zoon belangrijk vindt, als zij overlijdt.”


Teletubbie

Bonte besluit de tweejarige opleiding Verlieskunde te volgen. Ze verdiept zich in theorieën van de Belgische rouwexpert en psycholoog Manu Keirse en reflecteert op haar eigen verlies. Als ze afscheid neemt van haar laatste werkplek organiseert ze een seminar over levend verlies. Zo’n honderd werknemers en ouders bezoeken deze bijeenkomst. Dan realiseert ze zich hoeveel dit thema leeft, ze moet hiermee verder. En dat doet ze nu: van bijeenkomsten voor ouders tot trainingen geven aan medewerkers, beleidsmakers en managers. „Een moeder zei laatst dat haar beeld van een gezond kind verbrijzeld is. Je hoopt je kind ooit te zien fietsen, dat die op zichzelf gaat wonen of zijn diploma krijgt.” Zij heeft vijf kinderen, waarvan een zoon met onder meer Syndroom van Down. „Het beeld van dit syndroom is anders dan dat de realiteit is. Hij is meervoudig beperkt en kan soms behoorlijk om zich heen slaan. Maar dat hij zelfstandig wordt, gaat nooit gebeuren. Op een zestiende verjaardag geef je soms nog steeds een Teletubbie. Dat verdriet blijft en gaat nooit weg.” Een andere vrouw vertelt hoe dubbel het opvoeden van haar kind met een beperking kan voelen. Iedere dag als de bus van haar zoon voorrijdt, schieten haar andere drie kinderen van de ’gezellige’ theetafel naar boven. „Dan denkt ze: oh, daar hebben we de onrust weer. Natuurlijk wil ze dat haar kind weer thuiskomt, maar het is niet altijd gezellig. Dat gevoel heeft niets te maken met de liefde voor je kind. Zolang de beperking er is, kan jij ook het verlies voelen. Dat is heel normaal.” 


Alzheimer

Volgens Bonte worden die gevoelens bij lange na niet altijd erkend of herkend door de omgeving. Ook zij maakt dit met haar ouders mee. Haar vader krijgt achttien jaar geleden een hersenbloeding en wordt nooit meer de oude. Hij kan nog precies uitleggen hoe de wereld in elkaar steekt, maar zijn gedrag is ongeremd. De moeder van Bonte trekt het niet en haar vader moet verhuizen naar een verpleeghuis. Niet veel later blijkt dat haar moeder beginnende Alzheimer heeft. „Mijn moeder verloor in één klap haar man”, vervolgt Bonte. „Zorgmedewerkers gaven haar uitleg hoe ze voor hem moest zorgen, maar toonde niet het begrip voor haar boosheid. Dat haar hele leven, zoals het was, is ontnomen. Ze rouwt.” Ook Bonte verliest van de een op de andere dag haar vader, terwijl hij nog leeft. „Toen hij overleed, heb ik nauwelijks gehuild. Ik realiseerde me dat mijn rouw om hem al veel eerder was begonnen, eigenlijk had ik al afscheid genomen.” Hetzelfde maakt ze nu mee met haar moeder. De afgelopen jaren neemt de Alzheimer steeds een klein beetje van haar persoonlijkheid en identiteit af. „Soms krijg ik de opmerking: fijn dat je moeder nog komt met kerst.” Ze is even stil. „Maar zoals ze was, is ze niet meer. Het is niet fijn als je moeder de hele dag zeurt. Het toetje smaakt zuur, het eten is te zout. En ’s avonds als ze thuiskomt, belt ze: hoe was jouw dag? De hele kerst is ze dan alweer kwijt.”


Luisterend oor

Tijdens de georganiseerde avonden brengt Bonte ouders van kinderen met een beperking bij elkaar. „Een vader zei laatst: dit brengt me meer dan een avond met vrienden, waar het ook gezellig moet zijn.” Op deze plek delen ouders hun verdriet, vinden ze een luisterend oor en voelen ze erkenning en herkenning. Ook wisselen ze tips uit over onder meer de handige webcams of hoe ze de omgeving bij de zorg kunnen betrekken. „Zo’n avond geeft hun handvatten.” Daarbij is het volgens Bonte belangrijk om met de doelgroep zelf te praten. „Mensen met een chronische ziekte of beperking zullen misschien nooit gaan samenwonen. Nooit hun rijbewijs halen. Nooit kinderen krijgen. Hoe is dat voor hen?” Dat kan voelen als een groot verlies. Zo realiseert Bonte zich nu dat haar vader zelf ook een verlies doormaakte. „Ik had meer aan hem kunnen vragen hoe het voor hem was. Hij kon ook ineens niet meer thuis wonen.”


Begeleiding en trainingen

Sandra Bonte organiseert avonden voor ouders die een kind hebben met een chronische ziekte of beperking. Vaak op verzoek van ouders met een kind bij dezelfde zorginstelling. Daarnaast geeft ze trainingen over levend verlies aan zorgmedewerkers en begeleidt ze op verzoek medewerkers en cliënten, die met rouw te maken hebben.

Op donderdag 13 maart organiseert ze een seminar in Amersfoort, met als eerste spreker Manu Keirse.


Geïnteresseerden kunnen zich hier inschrijven.


NCZ

door Sandra 18 december 2024
Op de website van het NZC (Netwerk Cliënt-en-Raad Zorg) aandacht voor het SPEL: "Het NZC Momenteel is er volop beweging als het gaat om inspraak, zeggenschap en medezeggenschap voor cliënten in de zorg. Politieke en maatschappelijke ontwikkelingen en aangepaste regels en wetten geven cliënten en cliëntenraden een sterkere stem en een grotere rol in het zorgproces. Door zowel u als cliënt als uw officiële vertegenwoordiger en zegsman, de cliëntenraad, bij te staan, vormen wij een krachtig front dat inspraak, zeggenschap en medezeggenschap waarborgt. Het SPEL kan hieraan een mooie bijdrage leveren, vooral daar waar er ondersteuning nodig is om je mening te geven !" Klik hier voor het artikel!
door Sandra 1 juni 2022
"Men is thuis waar men begrepen wordt". Dit staat geschreven in de missie van De King Arthurgroep. De Ronde Tafel is een tafel die gestaan zou hebben in het kasteel van Koning Arthur. Hier vergaderde hij met zijn ridders. Of de tafel of een soortgelijke tafel ooit echt heeft bestaan is niet bekend. Iedereen aan deze tafel was gelijk aan de ander, niemand was belangrijker en iedereen werd gehoord (Wikipedia). Eind 2021 kreeg ik de vraag of ik het SPEL en bijpassende training toe wilde lichten bij de King Arthurgroep. Kort daarvoor had ik al op eigen verzoek een kijkje genomen bij deze organisatie. De visie van de King Arthurgroep spreekt mij enorm aan, ieder mens is gelijk en heeft recht om te blijven kiezen. Na het aanbellen bij een prachtig statig pand werd ik hartelijk verwelkomd. Ik moest even wachten op de persoon met wie ik een afspraak had maar dat deed ik graag. Tijdens het wachten werd ik drie keer aangesproken of ik ook een kopje koffie wilde. De dame die er druk aan het stofzuigen was onderbrak haar werk om te vertellen dat ze er zo trots op is dat het huis mooi is en dat zij er plezier aan beleeft om het blinkend te houden. Het enthousiasme van de medewerkers straalde ervan af. Ik heb een rondleiding gekregen en heb het verhaal over werkwijze gehoord. Een platte organisatie waar veel mensen als ZZP’er werken en waar men trots is op datgeen wat men doet. Vraagstelling De vraag vanuit de King Arthurgroep is om het SPEL als middel in te zetten om zo zeggenschap en medezeggenschap van de zorgvragers beter vorm te geven. “Men is thuis waar men begrepen wordt” Dat is een mooie volzin maar hoe geef je daar inhoud aan, specifiek als mensen dementerend zijn? Begrip zit in kleine dingen, weten wat de gewoontes zijn, wat men lekker vindt, waar je echt niet blij van wordt. Uiteraard is dat mijn drive voor het inzetten van het SPEL. Verzamel gegevens over het dagelijkse leven, hoe geef je inspraak waar mogelijk vorm zodat kwaliteit van leven meer inhoud krijgt. In het kwartaalverslag van de King Arthurgroep staat het volgende te lezen: "De tevredenheid van zorgvragers en hun wensen zijn voor ons het uitgangspunt van de begeleiding en zorg. Om dit op een speelse manier in kaart te brengen hebben we SPEL aangeschaft (Samen Praten en Luisteren). Dit geeft een mooi handvat om in gesprek te gaan met zorgvragers en wellicht ook met de contactpersonen en familieleden. Zo geven we zeggenschap en medezeggenschap vorm. Begin maart heeft een aantal begeleiders een workshop gevolgd om kennis te maken met SPEL. Wij zijn enthousiast!" Ik ben blij dat ik mijn steentje bij heb mogen dragen en kijk ernaar uit om het in juni vervolg te geven! Dank voor deze mooie opdracht! Sandra
het SPEL. praten over veiligheid en vrijheid
door Sandra 17 november 2020
De Wet zorg en dwang Iedere burger heeft rechten om beslissingen en keuzes zelf te maken. Bij sommige doelgroepen zijn de ‘mitsen’ vastgelegd. Daarover gaat de Wet zorg en dwang. De Wet zorg en dwang is bedoeld voor mensen met dementie en mensen met een verstandelijke beperking. Deze wet is om de uitzonderingen vast te leggen wanneer er een (meestal tijdelijke) uitzondering gemaakt kan worden op leven in vrijheid en het maken van eigen keuzes in veiligheid. Het is Feest! Het nieuwste SPEL over Veiligheid en Vrijheid is uit! Waarom de naam veiligheid en vrijheid? Als mens maak je keuzes, bepaal je zelf wat je doet, wanneer je het gaat doen en met wie. Echter zodra iemand in een instelling komt te wonen verandert dat direct en worden vaak keuzes voor je gemaakt. Regels worden vanuit de beste bedoelingen opgesteld. Ieder mens heeft zijn eigen normen en waarden waarop hij zijn keuzes bepaald. Het leven in een groep vraagt om afspraken. Daarbij is het van het grootste belang dat je als mens jouw rechten behoudt om eigen beslissingen te nemen. Het gesprek over zorg en dwang hebben wij in dit SPEL vertaald in alledaagse zaken. Vragen over herkenbare situaties waarop je ook op door kunt vragen. Waar begeleiding zich, met de wet in de hand, af kan vragen of het normaal is wat er vastgesteld is aan regels. Cliënten kunnen daarover in gesprek gaan om te beseffen dat het goed is om je eigen rechten te bespreken. Als er achterliggende redenen zijn om andere keuzes te maken dan is het goed om daarover te praten. Wij hopen de komende tijd mooie gesprekken te voeren met de vragen uit het nieuwe SPEL over veiligheid en vrijheid. De vragen gaan over allerlei zaken zoals camera’s die ergens hangen, kasten die gesloten zijn, het bespreken van een zorgplan, het meelezen van rapportage en dergelijke. De inhoud van de wet komt in de zes thema’s van het SPEL terug. Er is ook een speciaal thema ‘Weetjes’. Dit thema kent een eenvoudige en iets moeilijke versie die dieper op de materie ingaat. We nodigen jullie uit om kennis te maken met opnieuw een prachtige versie van het SPEL.
het SPEL, zeggenschap ook in crises
door Sandra 20 april 2020
In deze Corona-tijd staan we voor de uitdaging om de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking nu met nog meer extra zorg en aandacht te doen. Dat vraagt van ons steeds opnieuw af te wegen welk beleid we moeten volgen of welke richtlijnen uitgezet moeten worden. Het heeft mij soms tot wankelen gebracht, hoewel wankelen, het is meer realiseren dat het morgen weer totaal anders kan zijn. Gelukkig ik sta nog rechtovereind waar ik dankbaar voor ben. De zorg die mij is toevertrouwd en waarin ik met veel passie een steentje probeer bij te dragen aan ‘zeggenschap’ voor mensen met een verstandelijke beperking. Zeggenschap over je eigen leven is voor mij verbonden aan ‘kwaliteit van bestaan’. Als leidinggevende gingen de nieuwe richtlijnen eerst enorm onder mijn huid zitten. Hoezo worden we nu ineens gestuurd en werd er nu van mij verwacht dat ik niet meer zelf kon of mocht meedenken? Ik kreeg vragen van medewerkers waar ik de richtlijnen ter hand nam, want het gewone was er niet meer. Uitleg geven, eerst aan mijzelf en vervolgens aan een ander heeft mij geholpen. Soms ook iets afwijkend omdat de situatie daar om vroeg. De gebeurtenissen volgden elkaar in raptempo op. Dagbestedingen werden gesloten en bezoek op locaties werd niet meer toegestaan. Medewerkers van de Dagbesteding werden ingezet bij het Woonhuis. Dat betekent veel mensen tegelijk in het pand. De keuze van minder mensen of meer kwaliteit van leven met een dagprogramma is in samenspraak met medewerkers genomen. De medewerkers hebben dit aan de bewoners zo goed mogelijk uitgelegd. Mijn zorgen werden niet minder. Op een locatie is de oudste bewoner een dame van 93 jaar. Een dame die nog volop geniet van het leven. Daarnaast 21 andere oudere en kwetsbare mensen, de vraag van ‘hoe wordt het zo veilig en leefbaar mogelijk’ hield mij bezig. Ik heb mijn zorgen gedeeld met het team en de vraag voorgelegd: wat kunnen we meer doen om de mensen meer veiligheid te geven en daarbij zoveel mogelijk vrijheid te houden? We hebben de onderlinge toegang provisorisch afgesloten met een tafeltje en een plantje tussen de drie groepen. Op die manier kunnen de mensen vrij rondlopen binnen hun eigen groep.
De Wet Zorg en Dwang
door Sandra 7 april 2020
Voor de Wet Zorg en Dwang is het jaar 2020 is een overgangsjaar voor de Zorg om deze Wet handen en voeten te geven. Wie had kunnen bedenken dat de inhoud daarvan zo tastbaar is in deze tijd van de Corona-crisis. En toch kies ik ervoor om deze blog niet over deze huidige periode te laten gaan maar over hoe we vanuit het SPEL inhoud willen geven aan een nieuwe versie, een SPEL voor deze Wet Zorg en Dwang (WzD), intern ook wel Zorg en Vrijheid genoemd. In de nieuwe wet staan vrijheid en zorgvuldigheid voorop. De kern van de nieuwe wet is ‘nee, tenzij’. Dat betekent dat vrijheidsbeperking of onvrijwillige zorg in principe niet mag worden toegepast, tenzij er sprake is van ernstig nadeel voor de cliënt of zijn omgeving. Vervolgens regelt de wet met een stappenplan dat er echt alleen onvrijwillige zorg wordt gegeven als er absoluut geen andere oplossing is. Dat áls onvrijwillige zorg wordt toegepast, het dan heel zorgvuldig gebeurt. Zorgprofessionals worden door de wet verplicht om een stappenplan in werking te zetten en zo veel mogelijk te zoeken naar alternatieve oplossingen. Waarom de keus voor dit onderwerp Al lezend over de inhoud van deze wet kwam ik steeds weer terug bij het waarom van het eerste SPEL. Niet beslissen over anderen, alleen als het echt niet anders kan. Al vele, vele jaren doen wij met elkaar zaken waar we niet meer over na hebben gedacht. Wij maken huisregels, wij bepalen medicatie, wij sluiten deuren en wij doen onnadenkend een rem op een rolstoel. Het is eigenlijk zo’n wake-up, STOP met dit gedrag, tenzij het echt niet anders kan. En als het tenzij is, praat er over! De vraag is hoe maken wij deze wet zo eenvoudig mogelijk uitgelegd dat het ook gaat leven bij cliënten, dat men ook het besef krijgt dat hun stem telt. Wat zijn de belemmeringen en wanneer is er een tenzij? Ik werd enthousiast om van deze wet een nieuw SPEL te maken, het past goed in het verlengde van de versie van het SPEL. Gelijktijdig wist ik ook dat het nog een zoektocht is om het zo te maken dat je hiermee de juiste snaar raakt voor de doelgroep: mensen met een verstandelijke beperking. Geen moeizame wet maar een SPEL versie waar je het gesprek mee aan kunt gaan. De laatste jaren ben ik regelmatig in contact met andere organisaties, het SPEL zorgt voor mij ook regelmatig tot verbinding. Tot sparren, ervaringen uitwisselen en kennis delen. Twee organisaties die het SPEL al lange tijd inzetten en waar ik regelmatig contact mee heb, heb ik benaderd en ook enkele collega’s van mijn organisatie Careander. Wij hebben inmiddels al veel werk verricht. De thema’s zijn opgesteld met de daarbij behorende vragen en stellingen. Binnenkort verwacht ik de cliëntentest uit te voeren. Daarnaast heeft de tekenaar een prototype gemaakt voor het logo. Dit nieuwe logo is al wel aan enkele cliënten voorgelegd en goedgekeurd. Kortom, Samen zijn we sterk! Wordt vervolgd! Groet, Sandra
door Sandra 15 november 2019
In gesprek met ouderen, een koffer vol levensverhalen! Een SPEL voor ouderen, het is sinds 2018 uitgebracht en er is nog zoveel winst in te behalen! Alle keren dat ik bij ouderen het SPEL heb ingezet als middel om tot een gesprek te komen leverde pareltjes van verhalen op. Ik weet nog dat ik een eerste keer met mensen in gesprek ging die al verder in het proces van hun dementie waren. Ik vond het spannend, zou het SPEL geschikt zijn? We hebben er een IPad bijgelegd en zijn gestart. Een dame lag te dommelen. Ogenschijnlijk kreeg ze niets van het gesprek aan tafel mee. Op een vraag die iemand van een kaartje voorlas: Wat is jouw geboorteplaats, gingen haar ogen open en ze zei: Huizen is ook een mooi plaatsje! We hebben haar even, heel even kunnen betrekken en een goed gevoel gegeven. Een ander vraagkaartje bracht ons tot het zingen van lievelingsliedjes. Geen verhalen maar mooie momenten die ook zó waardevol zijn. Bij een andere groep hoorde ik hoe twee mannen met elkaar in het verzorgingshuis vriendschap hebben gekregen. Iedere middag om 16.00 uur namen ze samen een drankje. Ze vertelden over de verliezen die ze beiden in het leven hadden moeten doorstaan en hoe hun leven weer meer zin had kregen. Zo heb ik al vele mooie momenten met ouderen mogen hebben. Verdrietige, humorvolle maar bovenal verhalen en wensen waardoor ik en de verzorgers meer inzicht kregen wie de persoon is en ook is geweest. Als je vraagt ’Heb je een grote wens Sandra?’ Ja, meer en vaker met ouderen rond de tafel, omdat de mens in al zijn kwetsbaarheid nog zoveel te vertellen heeft waardoor je de persoon weer in zijn totaliteit mag zien. Een uitdaging, die ik graag met anderen aan wil gaan! Groet Sandra
Show More
Share by: